Hygiënisch vogels voeren: 6 tips
Roerdalen – Roerdaljournaal. nl verneemt: Als u de tuinvogels bijvoert, doe het dan hygiënisch, anders helpt u ze van de regen in de drup. Zes tips om veilig te voeren en wat te doen als u toch een zieke vogel in de tuin treft.
In de wintermaanden voert u de tuinvogels wellicht wat bij. Fijn! Als de vogels ook natuurlijk eten in uw tuin vinden, kan het geen kwaad. Het helpt ze juist om de gure nacht te overleven.
Wat veel mensen niet weten is dat vogelvoer ook kan bederven en dan ongezond is voor vogels. Of dat zieke vogels elkaar sneller besmetten op een voerplaats. Daarom op een rijtje hoe u veilig voert en onze kleine tuinvrienden gezond houdt.Voer veilig en houd onze kleine tuinvrienden gezond!
Gezond vogels voeren
- Voer hoeveelheden die voor de avond op gaan, zodat er geen resten overblijven op de grond of op de voertafel. Als het voer nat wordt en lang blijft liggen wordt het een vieze bende.
- Borstel of schud voerhuisjes, voertafels en silo’s regelmatig schoon. Silo’s zijn zo ontworpen dat de zaden niet snel nat worden, maar met regen en wind is het niet uitgesloten. Als de zaden gaan klonteren, moet u ze weggooien.
- Ververs water in waterbakken regelmatig.
- Ontsmet de voer- en waterplaats af en toe met kokend water of een desinfectiemiddel.
- Vooral vetbollen en vogelpindakaas kunnen sneller bederven met zacht, nat weer. Het vet ruikt dan vies, er komt een zwarte of witte waas over of de zaden erin beginnen te kiemen. Haal het voer weg als dit gebeurt.
- Verplaats voertafels af en toe om te voorkomen dat ziekteverwekkers zich ophopen.
Hang vogelvoer minder dan 5 meter van het raam of juist verder dan 10 meter.
Ophangtip
Let er bij het ophangen van een voerhuisje of silo ook op dat vogels zich niet te pletter vliegen tegen het raam als ze ergens van schrikken. Het risico op raamslachtoffers is het grootst tussen de 5 tot 10 meter van een raam. Dus liefst óf dichterbij óf verderweg. Dichterbij dan hebben de vogels in paniek-toestand nog niet genoeg snelheid ontwikkeld om zich te pletter te vliegen. Verder weg dan hebben ze voldoende manouvreerruimte en reactietijd om het raam te ontwijken. Vogels die het koud hebben of ziek zijn, gaan vaak heel ‘bol’ zitten.
Zieke of dode vogels: wat te doen?
Zieke vogels herkent u aan hun gedrag: ze zitten bol, zijn suf en ze zijn niet schuw, dus u kunt dichtbij komen. Soms ziet hun snavel er vies uit.
Mocht u zieke of dode vogels in uw tuin zien, stop dan twee weken met bijvoeren. Op een voerplaats komen vogels namelijk dichter bij elkaar dan wanneer ze in de natuur voedsel zoeken. Zo besmetten ze elkaar sneller en het is beter om dat te voorkomen.
Zieke vogels kunt u het beste met rust laten. Veel meer kunt u eigelijk ook niet doen, want ze laten zich niet pakken en de dierenambulance neemt ze niet altijd aan vanwege het besmettingsgevaar.
Als u meerdere zieke of dode vogels ziet, kunt u dit melden bij het Dutch Wildelife Health Centre (DWHC). Dit centrum brengt ziekten onder wilde dieren in kaart, zodat de overheid goede maatregelen kan nemen