“Ik voelde schaamte en verdriet”
#Fraudeverhalen
“Ik dacht: ik kan m’n mond houden, maar ik moet hier een les uit leren. En dat werkt alleen als ik met anderen praat over wat er is gebeurd. En ik hoop dat ik mensen er zo voor kan behoeden dat ze in oplichtingstrucs trappen. Dat is ook de reden waarom ik met jullie meewerk: andere mensen ervan overtuigen dat fraude altijd op de loer ligt.”
Marianne (68) woont samen met haar man in Westervoort. Ze hebben samen 4 kinderen, veel kleinkinderen en zelfs al 2 achterkleinkinderen. Marianne is gek op haar gezin. Als haar jongste zoon op een dag via WhatsApp om hulp vraagt, hoeft ze niet lang na te denken. Natuurlijk wil ze haar zoon helpen! Marianne is slachtoffer van social-mediafraude.
“Er werd een beroep gedaan op mijn moedergevoelens”
Marianne zit samen met haar man in de kamer als ze een WhatsApp van haar jongste zoon krijgt. Haar zoon is arts in het ziekenhuis en heeft het altijd druk. Hij appt: “Hoi mamsie, m’n telefoon is kapot. Je mag nu dit nummer gebruiken.” Hij vraagt vervolgens of z’n moeder een betaling wil voorschieten, omdat hem dat zelf voor het eind van de dag niet lukt. Hij legt uit: omdat m’n telefoon kapot is, ben ik gegevens kwijt en ik heb het erg druk. Alleen haar jongste zoon noemt haar ‘mamsie’, dus Marianne twijfelt geen moment en reageert: ja natuurlijk. En na wat heen en weer appen maakt ze een bedrag van bijna € 900 over. “Klik, één betaling gedaan. Toen vroeg hij of ik nog een betaling wilde doen. En dat voelde al niet helemaal goed. Want zo is hij niet.” Maar omdat het een ander bedrag is, denkt Marianne: het zal wel goed zijn en ze doet nog een overboeking.
“Wil je me een selfie sturen?”
Toen haar zoon vroeg of ze nóg iets wilde doen, dacht Marianne: er is iets helemaal mis. Ze vraagt: Vincent, wat is mijn geboortedatum? Daar kreeg ze geen antwoord op. En toen vroeg ze: wil je me een selfie sturen? Daarna was het gesprek direct afgelopen en realiseert Marianne zich dat ze is opgelicht. “Ik heb eerst een halfuur zitten puffen en zuchten. Wat heb ik gedaan?” Haar man vraagt wat er aan de hand is en Marianne antwoordt: volgens mij ben ik opgelicht. Zijn reactie was er een van verbazing: ik heb je al zo vaak gezegd dat je niet in dit soort dingen moet trappen. Marianne legt uit dat ze echt dacht dat het berichtje van hun zoon was en dat hij haar om hulp vroeg. “En ja, wat doe je dan als moeder? Dan doe je dat!”
“Het is mij gebeurd, maar niet mij alleen”
Na 2 dagen besluit Marianne het hele verhaal aan haar zoon te vertellen. De volgende dag is ze ook naar de bank gegaan met de vraag of de transacties ongedaan gemaakt konden worden. Dat lukt helaas niet. De bank legt uit: uiteindelijk bent u degene die opdracht heeft gegeven en dan mogen wij dit niet zomaar terugdraaien. Hoe vervelend en akelig we dat ook vinden. We gaan wel proberen uw geld terug te halen, maar kunnen u geen garanties geven. Bij de politie hoort Marianne dat ze niet de enige is. “U bent nummer 36 in de rij van een kleine gemeente.” Marianne denkt: dit is mij gebeurd, maar niet mij alleen.
“Ik kan er nu mee omgaan”
In eerste instantie voelt Marianne schaamte en verdriet. Daarna vooral boosheid. Om het te verwerken heeft ze haar verhaal uiteindelijk ook aan de familie verteld. Iedereen zei: mam/oma, het is typisch iets voor jou. Je doet dat, omdat je een ander wilt helpen. “Ik heb me laten overdonderen door een emotie. Een gevoel dat je iemand wilt helpen. En dat ik er eigenlijk niet over heb nagedacht om te verifiëren of het echt mijn zoon was. Maar ik reageerde door pats-boem een betaling te doen.” De boosheid ebde langzaam weg en Marianne kan er nu mee omgaan én erover praten. Ze heeft er tegenwoordig wel een baan bij. Haar man doet sindsdien namelijk niets meer online.