Roerdalen – In de categorie Wetenswaardig van het Roerdaljournaal de vraag: waaromm monnike een kale kruin hebben?
Waarom hadden monniken vroeger een kale kruin?
Misschien heb je ze wel eens gezien op oude schilderijen: monniken met een kale kruin. Waarom liepen ze met zo’n raar kapsel rond?
De kale kruin bij monniken heeft een naam: tonsuur (kruinschering). Dat woord is afgeleid van het woord tonsura, het middeleeuwse Latijnse woord voor de bekende kale plek op het hoofd van monniken. Tonsura komt weer van het klassiek Latijnse woord tondēre, dat zoiets als scheren en maaien betekent. Daar danken we ook het woord tondeuse aan.
De Kelten begonnen met de tonsuur
Hoewel we de kale kruin voornamelijk kennen van christelijke monniken, waren het de Kelten die er het eerst mee begonnen. Dit volk leefde, van circa 1000 voor Christus tot het begin van onze jaartelling, in delen van Ierland, Groot-Britannië en het Franse Bretagne. Ook bij de Kelten was het kale hoofd voorbehouden aan de spirituele leden van de samenleving. De druïden (priesters) schoren waarschijnlijk alleen de voorkant van hun schedel kaal. Aan de achterkant mocht het haar blijven groeien. Een soort matje, dus. Een andere theorie stelt dat druïden juist hun hele hoofd schoren, en alleen een plukje haar aan de voorkant overlieten. Kortom: hoe de tonsuur er bij de Kelten precies uitzag, weten onderzoekers (nog) niet. Maar dát ze hun haar schoren, staat vast.( bron: maandblad Quest)