Roerdalen – Zaterdag 10 juli – Vanuit Carcassonne vertrekt een grillige Touretappe naar Quillan, aan de voet van de Pyreneeën. Met 183,7 kilometer en heel wat klauterwerk, voor het laatst op 17 kilometer van de streep, is de onderneming een meer dan lastige overgangsrit.
Na een glooiende openingsfase – met daarin de Col de Bac: 3,1 kilometer à 5,3% – begint het klimmen serieuze vormen aan te nemen als de renners zo ongeveer halverwege zijn. De Col de Montségur klimt in 4,2 kilometer à 8,7% gemiddeld naar de top. Dat is meer dan pittig en ideaal voor een groep vrijbuiters om definitief weg te rijden, mocht dat eerder al niet gebeurd zijn.
De volgende opdracht is de Col de la Croix des Morts. Niet meteen een opbeurende naamgeving in het midden van de rit, maar met 6,8 kilometer aan 5,7% gemiddeld is deze beklimming moeilijk ‘dodelijk’ te noemen.
Na de verdeling van de bergpunten gaat het niet naar beneden. De route vervolgt 9 kilometer lang op een plateau en even na Espeze wordt een korte afdaling gevolgd door een nog kortere klim. De Côte de Galinagues klimt in 2,2 kilometer tegen 9% vanuit een groene kloof omhoog.
Even later – met nog 52 kilometer te gaan – duiken de renners naar het dal. Op de Col du Campérie – 3,3 kilometer à 4% – gaat het weer omhoog, waarna de beslissing waarschijnlijk valt op de Col de Saint-Louis, een bijtertje van 4,7 kilometer aan 7,4%. Dit is de plek waar aanvallers ongetwijfeld hun slag willen slaan.
Na de Saint Louis-pas is het nog 17 kilometer naar de finish in Quillan. Dat is grotendeels een afdaling.
De eerste drie renners aan de meet krijgen 10, 6 en 4 bonificatieseconden. Daarnaast zijn er op de Col de Saint-Louis 8, 5 en 2 seconden te winnen.
Ook interessant: favorieten om de rit naar Quillan te winnen.
De 14e etappe van de Tour de France start om 12.25 uur en de race finisht naar verwachting rond 17.00 uur.